Let op! Wij zijn verhuisd. Je vindt ons nu op de Hobbemakade 29-H. Wil je langskomen, maak je dan even een afspraak? Ons telefoonnummer is nog hetzelfde: 020-638 55 51.

Let op! Wij zijn verhuisd. Je vindt ons nu op de Hobbemakade 29-H.

‘Geen punt, maar een komma.’

Noot over de titel: De treffende zin ‘Geen punt, maar een komma.’ krijgt veel aandacht in de media, nadat Rutte ze uitsprak tijdens zijn excuses-toespraak. De zin werd echter al in 2019 gebruikt in de context van het Nederlandse slavernijverleden door Serana Angelista. Historicus Karwan Fatah-Black citeerde Angelista in zijn boek ‘Slavernij en Beschaving’. In een interview met VICE zegt Angelista hier het volgende over: “Het gebeurt veel vaker dat theorieën en ideeën bij zwarte vrouwen worden weggenomen zonder dat zij daarvoor credits krijgen. Dat mechanisme is ook een voorbeeld van hoe het slavernijverleden doorwerkt in het heden. Dus in dit geval voelt dat heel dubbel.”

Excuses

Premier Rutte bood afgelopen maandag zijn excuses aan voor het Nederlands slavernijverleden. In zijn toespraak erkende hij slavernij als misdaad tegen de menselijkheid waarvan het leed doorwerkt in de levens van mensen hier en nu:

“Eeuwen van onderdrukking en uitbuiting werken door in het hier en nu. In racistische stereotypen. In discriminerende patronen van uitsluiting. In sociale ongelijkheid.”

Negatieve gevolgen

De negatieve gevolgen van het slavernijverleden zien we terug in onze meldingen. Meldingen van racisme worden door de inwoners van regio Amsterdam namelijk het vaakst gemeld. Anti-zwart racisme maakt daar vervolgens weer het grootste deel van uit. In 2020 brachten wij een overzichtsrapport uit waarin we een inhoudelijk beeld schetsen van de incidenten van anti-zwart racisme die bij ons worden gemeld en het effect dat racisme heeft op het leven van onze melders.  

‘Groepjes zwarte jongens die worden geweigerd in de rij voor de club. Witte mensen die wel in de Amsterdamse crêperie worden geholpen, terwijl zwarte klanten te horen krijgen dat de machine het niet doet. Volwassen mannen die op straat een zwarte man voor Zwarte Piet uitmaken en vervolgens een sinterklaasliedje ten gehore brengen.’[1] Het zijn slechts enkele voorbeelden van hoe het leed van slavernij doorwerkt in het hier en nu. We hebben dus een morele verantwoordelijkheid dat we in Nederland en de regio Amsterdam doorgaan met het structureel versterken van de antidiscriminatie aanpak.

Een komma, geen punt

Rutte vervolgt in zijn toespraak:

“Eeuwenlang zijn in naam van de Nederlandse staat mensen tot handelswaar gemaakt, uitgebuit en mishandeld. […] En te weinig hebben opeenvolgende Nederlandse regeringen na 1863 gezien en erkend dat het slavernijverleden een negatieve doorwerking had en heeft.

We delen niet alleen het verleden, maar ook de toekomst. Dus zetten we vandaag een komma, geen punt.”

De vier komma’s van het MDRA

Als antidiscriminatiebureau voor de regio Amsterdam werkt het MDRA al meer dan 25 jaar aan de aanpak van discriminatie. Onderstaande vier initiatieven zijn de komende tijd onze invulling van de komma.

1. Direct aanpakken van discriminatie

De komma die voor ons centraal staat is het direct aanpakken van discriminatie en de schadelijke gevolgen ervan door klachtbehandeling, bemiddeling en ondersteuning bij procedures. Jaarlijks ontvangen wij gemiddeld zo’n 800 meldingen van discriminatie in de regio Amsterdam. Elke melding nemen wij serieus. Onze discriminatie consulenten luisteren naar de ervaringen van melders en zoeken samen met melders naar de beste oplossing. Dat gebeurt discreet en zorgvuldig. Soms is alleen het registreren van de klacht voldoende, dit kan anoniem. In veel gevallen is alleen registreren niet voldoende. We geven de melder bijvoorbeeld informatie en advies om zelf stappen te ondernemen, nemen namens de melder contact op met de veroorzaker, gaan mee naar het politiebureau om aangifte te doen of starten namens melder een procedure bij het College voor de Rechten van de Mens. Ook voeren we vaak bemiddelingsgesprekken met melder en de wederpartij. Omdat iedere klacht anders is, is de aanpak voor iedere klacht ook anders. Door onze klachtbehandeling kunnen we direct een verschil maken door discriminatie in het hier en nu tegen te gaan en de gevolgen ervan te verminderen.

2.Toewerken naar een integrale ketenaanpak discriminatie

Het MDRA is in 2021 samen met de andere antidiscriminatiebureaus uit de G4+ gestart met het maken van een blauwdruk voor een Integrale Ketenaanpak Discriminatie. Deze integrale ketenaanpak is van strategisch belang om discriminatie succesvol tegen te gaan. Wij willen alle spelers in het veld in kaart brengen en strategische samenwerkingen aangaan. De verwachting is dat na afronding van het integrale ketenaanpak project het aantal doorverwijzingen vanuit ketenpartners naar het MDRA over en weer zal toenemen. Hierdoor neemt het vertrouwen en de bekendheid van het MDRA onder burgers toe, waardoor meldingen ook toenemen. De meldingsbereidheid kan en moet omhoog. Dit heeft tot resultaat:

– Een betere toeleiding van melders naar de verschillende relevante ketenpartners;
– Een toename van het direct kunnen aanpakken van discriminatievoorvallen in de regio Amsterdam door klachtbehandeling; en
– Een toename van het inzicht in de aard en omvang van discriminatie in de regio Amsterdam.

3. Een nieuwe rapportage- en analysetool

Discriminatietrends geven belangrijke inzichten over de aard en omvang van discriminatie. Discriminatiemeldingen worden op verschillende plekken op verschillende manieren geregistreerd en gepubliceerd. Een overkoepelend systeem om deze meldingen te verzamelen, samen te voegen en om hier eenduidig over te kunnen rapporteren ontbreekt.

Landelijke discriminatiecijfers van verschillende organisaties[1] worden jaarlijks naast elkaar gepresenteerd in een Multi-Agency Rapportage (MAR). Het MDRA brengt daarnaast elk jaar een aparte Monitor Discriminatie over de discriminatiecijfers van de regio Amsterdam, waarin ook de regionale cijfers van de politie en het College voor de Rechten van de Mens worden gepresenteerd. Naast deze officiële instanties voor het melden van discriminatie, zijn er ook andere belangenorganisaties die meldingen ontvangen en registreren, zoals bijvoorbeeld het COC, het CIDI, Meld Islamofobie, Asian Raisins en KOZP. Deze cijfers worden op dit moment niet meegenomen in de genoemde rapportages maar via de eigen kanalen gepubliceerd.

Er bestaat dus een grote verscheidenheid aan databronnen en manieren van registreren en rapporteren. In 2021 is het MDRA daarom in G4+ verband gestart met het ontwikkelen van een nieuwe rapportage- en analysetool die het verzamelen van data makkelijker maakt; data near-real time kan weergeven met behulp van een dashboard; trends kan weergeven en analyses kan doen (bijv. op lokaal, gemeente, regionaal of landelijk niveau); een integrale ketengerichte aanpak met data ondersteunt; en landelijk schaalbaar is naar de andere ADV’s en ketenpartners in Nederland.

Ons doel is om met de nieuwe rapportage en analysetool betere inzichten te krijgen in aard en omvang van discriminatie in de G4+ gemeenten, trends en ontwikkelingen te kunnen weergeven en door middel van gezamenlijke analyse hierop, goed onderbouwde adviezen te kunnen geven aan onze bestuurders en beleidsmakers én hiermee toe te werken naar een integrale G4 ketenaanpak. Nu voor de G4 gemeenten en mogelijk straks een landelijk uitrol van beiden. Onze ambitie is dat alle stakeholders in de aanpak van discriminatie, op basis van eenduidige data en inzichten handelen en hun aanpak onderling afstemmen. De tool zal in 2023 in gebruik gaan.

4. Adviseren over de aanpak van discriminatie

Als laatst vult het MDRA de komma in door gemeenten te informeren en adviseren ter bevordering van hun antidiscriminatiebeleid. Zo hebben wij de gemeente Amsterdam recentelijk geadviseerd om in de aanpak van arbeidsmarktdiscriminatie verder te gaan dan alleen het ondersteunen van de Diversity Charter. Deze intentieverklaring is belangrijk, maar heeft vrijblijvend karakter om diversiteit en inclusie op de werkvloer te bevorderen. Onze meldingen wijzen namelijk uit dat werknemers discriminatie op hun werk vaak niet veilig kunnen melden en dat discriminatieklachten vaak niet goed worden afgehandeld. Ook niet in organisaties die de Diversity Charter hebben ondertekend. Het MDRA pleit voor een actiegerichte oplossing die veel verder gaat dan alleen het uitspreken en vastleggen van intenties. Een oplossing die bedrijven beter ondersteunt en monitort in hun aanpak van discriminatie.

Een keurmerk tegen discriminatie is een voorbeeld van een dergelijke oplossing. Een keurmerk houdt bedrijven verantwoordelijk voor het naleven van hun beleid door het uitvoeren van jaarlijkse audits van werkprocessen en –activiteiten, waarna het keurmerk verdiend, dan wel ingetrokken kan worden. Organisaties met het keurmerk hebben als voordeel dat zij aan de buitenwereld kunnen laten zien dat ze een betrouwbaar en eerlijk antidiscriminatiebeleid voeren. Het MDRA adviseert de gemeenten in de regio Amsterdam en andere samenwerkingspartners te onderzoeken of een keurmerk tegen discriminatie tot de mogelijkheid behoort en om regio Amsterdam als proeftuin voor een pilot te gebruiken. De proeftuin ervaringen kunnen gebruikt worden op andere plekken in Nederland om arbeidsmarktdiscriminatie daadwerkelijk te stoppen.


[1] https://www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/anti-zwart-racisme-is-duidelijk-een-systeem-dat-voortkomt-uit-het-koloniale-verleden~bf0d7819/?referrer=https%3A%2F%2Fwww.google.com%2F

[1] Van antidiscriminatievoorzieningen (ADV’s), de politie, het College voor de Rechten van de Mens, het meldpunt internetdiscriminatie MiND, de Nationale ombudsman en de Kinderombudsman.

[responsivevoice_button voice="Dutch Male" buttontext="Luister naar deze pagina"]